Gisteren zijn we in Santiago de Cuba aangekomen met de Viazul bus na een vertraging van zo’n anderhalf uur, maar onze beloofde taxi stond netjes met een bordje Cornelis y Jolanda op ons te wachten. Reinaldo had het allemaal perfect voor ons geregeld, de stad Camagüey was niet zo veel in tegenstelling tot onze Casa welke echt perfect was en de eindafrekening bizar laag.

De Casa waar we nu zitten is een zoete inval. We hebben een kamer op de begane grond die aan de leefkamer / entree grenst. De gehele familie loopt hier in en uit maar het is heel erg duidelijk wie het hier voor het zeggen heeft, moeders! Voor het eten hebben we gisteren nog even de omgeving verkend op zoek naar een wifi-plaza. Aan het einde van de straat waaraan onze Casa ligt zijn de beroemde “Pico steps”. Wat hier zo bijzonder aan is weet ik niet en in de Lonely Planet kan ik hier ook niets over vinden behalve dat dit stukje weg zo stijl was dat er een trap gemaakt is?!

Boven aan de trap gaan we linksaf een straatje in met neo-koloniale gebouwen die ons ondertussen de neus uit komen. Toch valt mijn oog op een mooi vervallen gebouw waarvan de drie meter hoge deuren net worden gesloten door een meneer in een witte jas. Ik vang nog net een glimp op van de drie kappersstoelen die er in zijn Barberia staan en die zien er fantastisch uit. Ik kan me levendig voorstellen dat Fidel zich hier zou laten scheren als hij geen baard had. De rest van de avond houdt het beeld van die zaak me in zijn greep en omdat ik me toch moet scheren wil ik het onherroepelijk bij deze barbier laten doen.

Het is nu een uur of half zes en we willen voor dat we gaan eten nog even naar de kamer. Ik stel voor om nog een keer langs de barbier te lopen om te kijken of het nu wat rustiger is dan vanmiddag toen er nog een man of vijf zat te wachten. Met een persoon in de stoel die net klaar is en eentje in de wacht neem ik plaats op het wachtrijtje in dit heerlijke oude zaakje dat pure nostalgie uitstraalt. Er staan twee kappersstoelen, waarvan eentje uit de jaren twintig van gietijzer en porselein, en een scheerstoel. De jongen voor mij blijkt een toerist te zijn die al een tijdje in Santiago is en hier regelmatig komt. Volgens hem is dit “the best barber in town” en dat moet ik dan maar geloven.

Na een kwartiertje á twintig minuten ben ik aan de beurt en ik geef nog even snel mijn fototoestel aan Jolanda. Ik geef me helemaal over aan de barbier wat toch nog wel even een dingetje is. Achterover in een stoel gaan liggen en je laten scheren door een wildvreemde met een vlijmscherp scheermes, maar hij ziet er niet uit als een “serial killer” dus zal ik hier vast niet onder het bloed vandaan komen. Uit een apparaatje dat er uitziet als een water tappunt komt een heet handdoekje om de huid soepel te maken. Het RVS kistje heeft volgens mij de eerste Cubaanse revolutie van 1895 nog meegemaakt maar het werkt nog als een tierelier en de hete doek om mijn gezicht voelt heerlijk. Dan komt de scheerkwast van varkenshaar tevoorschijn en aangezien er in deze tijd van het jaar, zo vlak voor het nieuwe jaar zeer veel varkens worden geslacht zullen de haren voor deze kwasten niet schaars zijn. Ik wordt heerlijk ingezeept waarna het glinsterende barbiers scheermes tevoorschijn komt. Met één hand trekt hij mijn huid strak en met de andere laat hij in een vloeiende beweging het mes de contouren van mijn gezicht volgen. Bij elke streek voel ik mezelf meer ontspannen maar als hij bij de moeilijkere plekjes zoals de mondhoeken en onder de neus aankomt komt de spanning toch weer even terug. Als hij klaar is wordt het overtollige scheerschuim weggeveegd en gaan we op voor de tweede ronde terwijl Jolanda ondertussen wat foto’s heeft gemaakt.

 

Na de tweede ronde komt de fles met ontsmettingswater tevoorschijn die waarschijnlijk in dezelfde fabriek wordt gemaakt als de Havana Club rum. Het prikt als de teering maar dat gaat al snel over in een prettig prikkelend gevoel. Hierna krijg ik nog een soort gel op mijn gezicht gesmeerd en mijn scheerbeurt zit er op. Ik betaal mijn barbier 3 CUC, wat zo’n drie euro is en loop met een blote billen gezicht de zaak uit.