We komen net in Havana aan en ik vond het al een beetje vreemd dat onze chauffeur niet de afslag naar Cienfuegos nam. Nu blijkt dat we moeten overstappen op een andere taxi, iets dat onze mede passagiers beter begrepen hadden maar zij is ook Spaans en dan is het iets gemakkelijker. Van een knappe en aardig moderne taxi stappen we nu over in een vrij krappe Lada. Waar ik op het eerste gedeelte nog mijn benen heerlijk kon strekken moet ik ze nu behoorlijk opvouwen.

Het is een beetje rommelig als we Havana uitrijden en bij een kruising stopt onze chauffeur om wat pinda’s te kopen en onze Spaanse haaibaai wil ook wat nootjes. Eerst wil Monfert niets hebben maar flikkert dan de CUC die onze Spaanse vriendin geeft op het dashboard neer. Er is iets van irritatie tussen de chauffeur en onze mede passagier ontstaan en dit belooft een leuke rit te worden.

 

Na een minuut of tien zijn we via een aantal afslagen en viaducten op de snelweg aangekomen. Dit is een brede 6 baans weg met in het midden een berm met beplanting. De beplanting is in stroken van zo’n 7 meter lang en ze zijn de boel aan het op pimpen met wat extra stukken groen er tussen in. De gaten voor de beplanting zijn al gegraven maar de grond die uit de sleuven komt is gewoon op de linker rijbaan geflikkerd. Het valt mij op dat de chauffeur dit een beetje ontgaat. Hij merkt niets van de stenen en aarde op de linkerbaan en als er op een gegeven moment een wegdeel is uitgevreesd merkt hij dit pas als we er met een klap op terecht komen terwijl ik het toch al een tijdje zag aankomen. Ik begin me een beetje zorgen te maken over onze veiligheid omdat het me ondertussen wel duidelijk wordt dat Monfert behoorlijk slechtziend is. Waar ik eerst de voordelen van het voorin zitten alleen maar zag schijt ik nu zeven kleuren stront als hij op een haar na een voorligger ontwijkt bij het inhalen. Achter mij heeft volgens mij nog niemand door wat er hier gebeurt. Ik hoor namelijk alleen maar knorrende mensen!

Het wordt iets rustiger op de weg, maar Monfert heeft een techniek gevonden waardoor hij tamelijk recht op de weg kan blijven rijden. Hij rijdt gewoon midden over de baanverdelingsstrepen. Dit houdt hij een tijdje goed vol maar dan switcht hij opeens ook steeds van streep. We waaieren van de linker baan via de midden baan naar de rechter en terug. Jolanda haar paard van gisteren heet Mojito, maar deze chauffeur rijdt alsof hij er minstens een stuk of vijf achter zijn kiezen heeft. 

Ik geef bij Jolanda aan dat onze chauffeur wel een blindengeleidehond kan gebruiken en even later vraagt  onze Belgische vriend of ik me wel op mijn gemak voel. Nee, is mijn antwoord en nog geen minuut later haalt Monfert een auto rechts in waarbij de spiegels ook maar net aan de Lada blijven hangen en iedereen achterin zijn adem inhoud, maar voor mij is dit eigenlijk niets bijzonders meer.

Elke keer als we langs een viaduct komen staan er een hoop mensen te liften of hoe je het ook moet noemen aangezien 80 procent van de auto’s die hier rijden een taxi is. De mensen houden in hun hand de valuta waarin ze de lift willen betalen en dit is af en toe best hilarisch. Standaard staan de mensen met briefjes Cubaanse Pesos maar daarnaast zie je ook nog allerlei andere artikelen zoals: fruit, rijst, taarten en nog veel ondefinieerbare artikelen! Op een gegeven moment zie ik iemand die drie messen als een messenwerper omhoog houd. Het is misschien geen serial killer maar ik kan me niet voorstellen dat je deze man in je auto meeneemt. Ik heb het idee dat Monfert het niet zo op deze lifters heeft. Hij rijdt af en toe gewoon op deze mensen in en het doet me denken aan GTA de wereld beroemde game waarbij je mensen van de stoep mag rijden om punten te verdienen. GTA Cuba, dat moet dit zijn. Na nog wat bizarre acties van onze vriend hebben we volgens mij al twee of drie knipperende sterren en worden we gezocht door de politie.

Dan doemt er een speciaal transport voor ons op dat door een motoragent wordt begeleid. Monfert heeft het volgens mij niet helemaal door en ziet de dieplader met een breedte van zo’n twee banen niet. De motoragent mist hij op een haar en ik begrijp nog steeds niet waarom die niet achter ons aan is gekomen. Ons aantal sterren moet nu onderhand op vijf staan en ik hoor bij wijze van spreken de helikopter al boven ons hoofd cirkelen terwijl er twee SWAT teams achter ons aan zitten. Gelukkig is het vrij rustig op de Cubaanse snelwegen anders hadden er de vreselijkste ongelukken kunnen gebeuren.

Vlak voor Cienfuegos begint onze Spaanse lover van Polleke zich met het rijden van Monfert te bemoeien en ontstaat er een verhitte woordenwisseling die uitmondt in een krankzinnige verkeerssituatie waarbij onze chauffeur midden op de snelweg stil gaat staan en ik kan alleen maar blij zijn dat achter deze heuvel de stad begint. Toch is het allemaal nog niet voorbij als we midden in de stad een kar aanrijden terwijl er genoeg ruimte was. Deze man is werkelijk stekeblind! Waar we net weer terug gegaan waren naar 4 sterren zitten we nu weer op de vijf als Monfert gewoon doorrijdt bij een ongeluk. We schamen ons allemaal vreselijk en stellen voor om uit te stappen zodat hij het ongeluk kan afhandelen maar hij is al lang doorgereden. 

 

Na wat heen en weer gepraat zet hij het andere stel af bij hun casa en Jolanda wil het liefste hier ook uitstappen maar ik wil gewoon voor mijn casa afgezet worden. Hij pakt het kaartje met het adres van het casa maar kan dit niet lezen en ik herhaal de straten telkens weer. De straatnaambordjes kan hij ook niet lezen en met: hier links en hier rechts komen we aan bij onze casa. Snel stappen we uit en bellen aan.